Full scale opstelling voor verwijdering van micropolluenten

Nulmeting

Op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) van Aartselaar is de bouw gestart van een full scale opstelling voor de verwijdering van schadelijke micropolluenten. In deze nabehandeling van gezuiverd afvalwater worden twee bewezen technieken gecombineerd: een ozonbehandeling en een behandeling via actief kool. Samen met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) werd eind mei alvast de monitoringscampagne opgestart met het oog op een relevante nulmeting als betrouwbare basis voor verdere analyses. Vanaf de zomer 2023 moet de installatie operationeel zijn.

Antiaanbaklagen, geneesmiddelen, ... Micropolluenten verschuilen zich overal. Ook in lage concentraties kunnen ze een negatief toxisch effect hebben op het milieu. Daarom starten de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en Aquafin met de bouw van een installatie die micropolluenten uit het gezuiverd afvalwater moet verwijderen. De opstelling in Aartselaar zal twee reeds bewezen technieken combineren: een ozonbehandeling en een behandeling met actief kool. Ozon breekt micropolluenten af, bij actief kool hechten de stoffen zich aan het kool dat nadien geregenereerd wordt.

De technieken hebben echter ook nadelen. Zo is er voor de aanmaak van veel energie nodig, alsook om het ozon via de beluchting door het water te sturen. Het nadeel van kool is de ecologische voetafdruk, aangezien de aangehechte micropolluenten op hoge temperatuur weer van het kool moeten worden gehaald.

Door in Aartselaar de twee technieken te combineren, worden deze negatieve effecten voor een stuk opgeheven. Zo kunnen we lagere ozondoseringen toepassen, omdat het actieve kool de resterende micropolluenten nog zal afvangen. Een lagere ozondosis betekent minder energieverbruik, en door het feit dat er al een deel van de micropolluenten werd afgebroken in de eerste ozonstap, heeft het kool minder werk, gaat het langer mee en is er dus minder vaak regeneratie op hoge temperatuur nodig.

Het afvalwater volgt eerst de weg van het traditionele zuiveringsproces. Daarna wordt een deel van dat gezuiverde afvalwater extra nabehandeld door de ozon en het actief kool. Op jaarbasis zal 75% van al het afvalwater dat toekomt op de RWZI in Aartselaar nabehandeld zijn op micropolluenten.

labo

Meten is weten

VMM en Aquafin voorzien een grootse monitoringscampagne met twee duidelijke doelen: Enerzijds wordt de efficiëntie van de zuiveringsinstallatie duidelijk in kaart gebracht, wat gebeurt er na elke stap, wat gebeurt er als we bepaalde parameters aanpassen, … Anderzijds wordt gekeken naar het effect van de nabehandeling op de waterkwaliteit van de Grote Struisbeek, de waterloop waar het effluent in terechtkomt. Maandelijks worden stalen genomen op verschillende relevante plaatsen in het zuiveringsproces.

De manier waarop je micropolluenten en toxiciteit meet, kan je uitzetten over een horizontale as. Aan de ene kant de chemische stof, en aan de andere kant het visuele effect. Daartussen zitten de reacties die bepalen hoe je van stof tot het eindresultaat komt. Die drie stappen gaan worden gemeten in de campagne. Door zo breed te gaan meten, krijgen we een mooi algemeen beeld van het effect van de installatie op het waterleven.

De verschillende stalen zullen geanalyseerd worden in verschillende labo’s. Het labo van VMM en het labo van Aquafin , aangevuld met drie externe labo’s: het Provinciaal Instituut voor Hygiëne, ECCA en Bio Detection Systems, een labo uit Nederland.

Toekomst?

Aquafin wil voorbereid zijn op een eventuele verplichting voor de verwijdering van micropolluenten. De installatie en bijhorende monitoringscampagne hier in Aartselaar zal ons alvast heel wat kunnen leren. Er is veel flexibiliteit ingebouwd in de nabehandeling (verblijftijd van het water, dosering, …), zodat er heel eenvoudig en efficiënt kan worden aangepast. Voor de bouw van toekomstige installaties zullen we ons baseren op de resultaten uit Aartselaar. De uitgebreide monitoringscampagne zal ons kunnen vertellen welke metingen ons nu effectief iets leren en hoe vaak deze metingen uitgevoerd moeten worden, … Allemaal vragen die we met de installatie in Aartselaar willen beantwoorden.

Contact

Birte Raes

Studieverantwoordelijke R&D