Het zuiveringsproces
Een rioolwaterzuiveringsinstallatie bootst in feite het natuurlijke zuiveringsproces na, maar dan op een veel grotere schaal. Hoe groot die schaal is, hangt af van het aantal inwoners dat aangesloten wordt op de installatie. Het zuiveringsproces verloopt echter altijd op dezelfde manier en duurt gemiddeld 24 uur.
Van afvalwater tot gezuiverd water naar de beken

Mechanische voorzuivering
Het rioolwater dat via de riolen de waterzuiveringsinstallatie bereikt, komt toe in een verzamelput en wordt door vijzels naar het fijnrooster gebracht. Hier wordt het grof vuil, zoals bijvoorbeeld takken, papiertjes, plastic verpakkingen, ..., tegengehouden.
Op sommige installaties stroomt het afvalwater daarna nog door een vet- en zandvanger. Een vetvanger doet de vetten en oliën bovendrijven en schraapt ze van het wateroppervlak. Vaak wordt een vetvanger gebruikt in combinatie met een zandvanger, die door de trage stroming grind en zand doet bezinken. In een aantal installaties haalt een voorbezinktank nog de laatste fractie bezinkbaar materiaal uit het rioolwater.
Biologische zuivering
In een volgende stap vloeit het afvalwater naar een selectortank. Daar wordt het vermengd met mirco-organismen (actief slib). Deze bacteriën gebruiken de vervuiling in het rioolwater als voedsel, het houdt hen in leven.
In de beluchtingsbekkens wordt er extra zuurstof in het water gebracht waardoor de micro-organismen actief worden en de vervuilende stoffen afbreken tot CO² en water. Om stikstof en fosfor te verwijderen, wordt het afvalwater afwisselend wel en niet belucht.


Nabezinking
Een laatste stap in het zuiveringsproces is de nabezinking. In grote ronde bekkens krijgt het slib de tijd om naar de bodem te zinken, waar het met een schraper naar een centrale put wordt geleid.
Het gezuiverde afvalwater loopt zachtjes over de getande rand van het bekken en stroomt via een meetinstallatie naar een nabije waterloop.
Wat met het slib?
De micro-organismen voeden zich rijkelijk met het vuil in het afvalwater. Ze zijn niet alleen erg actief, ze groeien ook continu aan. Het slib dat in de centrale put van de nabezinktank wordt verzameld, keert grotendeels terug naar het begin van de biologische zuivering waar het zijn cyclus opnieuw begint. Het teveel aan slib vindt na ontwatering en droging nog een nuttig tweede leven als grondstof voor energieproductie.